Sucre en Uyuni
Door: Melle Keuchenius
Blijf op de hoogte en volg Melle
23 Maart 2015 | Bolivia, Uyuni
We zijn nu twee dagen weg uit La Paz, en na een 19 uur durende busrit aangekomen in wat mij betreft de mooiste stad tot nu toe, Sucre. Sucre ligt op een makkelijke hoogte van 2900 meter, in tegenstelling tot het hoge La Paz met haar 3800 meter boven zeeniveau. We komen aan in Sucre in de vroege morgen, rond acht uur ’s ochtends. We hebben net de minst fijne busrit tot nu toe gehad. Gedurende de 19 uur hebben we één stop gehad, waarbij we even naar de WC konden, maar toen we een sigaret wilden gaan roken reed de bus weg. Met de helft van de buspassagiers zijn we toen achter de bus aangerend en al rijdend ingesprongen. Vijf minuten later, wanneer we al vollop aan het rijden zijn –en duidelijk nog niet iedereen in de bus hebben- komt de reservebuschaffeur naar boven, roept ‘’COMPLETA?!’’ en zonder op een antwoord te wachten loopt hij weer naar z’n hokje toe. We vallen weer in (semi-)slaap terwijl we allemaal aan het knuffelen zijn met onze backpacks. Eerder deze bustocht kropen er namelijk kleine kinderen stilletjes over de grond om onze backpacks te proberen te pakken. Zodra je ze zag deden ze alsof ze sliepen op de grond, maar als je wegkeek schoven ze langzaam richting je backpack. Midden in de nacht word ik wakker en schrik ik me een hoedje. Tussen mij en Noemie (wie dit is lees je verderop in het verhaal) in het gangpad staat uit het niets een incavrouw. Af en toe draait ze haar lichaam, en terwijl ze dat doet zwiept ze haar kind tegen me aan. Ik begrijp het als je nu met een frons naar je scherm kijkt en denkt: ‘’Welke persoon slaat haar kind tegen iemand aan’’. Als je naar google gaat en zoekt op incas vrouw, komt het antwoord op je scherm bij één van de eerste plaatjes. Ik blijf wakker en zie aan de andere kant de zelfde reactie bij Noemie als ze wakker wordt. Ze schrikt zich een hoedje en denkt duidelijk: Wat een kutbusrit. Het is aan haar hoofd af te lezen. Om 8 uur komen we in Sucre aan, krijgen we van de reservebuschaffeur onze tassen in ons gezicht gesmeten en lopen we de terminal uit. We nemen een taxi naar ons hostel, gerund door Duitsers en heet daarom ook KulturBerlin. Na vier weken onbeperkt pannekoeken voor ontbijt komen we in de hemel aan. Het ontbijt in dit hostel bestaat uit fruit, groente, goede broodjes, verse sappen en wafels. Omdat we pas om 12 uur in onze kamer kunnen gaan we doodmoe naar een cafeetje in het midden van Sucre. We bestellen een ijskoffie en zitten voor een uur of vier op de wifi.
We zijn op reis, eventjes, met Noémie. Noémie is een Frans meisje dat met ons voor drie weken in de bar heeft gewerkt. We vertrekken samen met haar om in Uyuni de rest van de barstaff (een broer en zus uit Canada) weer terug te zien. Noémie wilde net als wij graag Sucre zien, dus hebben we samen een bus gepakt en blijven we voor drie dagen in Sucre. Sucre is dus lager gelegen, en dat heeft effecten op het weer. Het is zonnig, rond de 30 graden en de hele stad is groen met tropische bomen en palmen.
Het café waar we zitten ligt dicht bij het grote plein van Sucre, Plazo 25 de mayo. Het plein is eigenlijk een park, met fonteinen, terrasjes en meer hele fijne dingen.
Rond half twaalf vertrekken we terug naar het hostel, dat maar twee straten van het centrum zit. We krijgen onze kamer -een verschrikkelijk luxe 8 persoons dorm met voor ons drie een eigen verdieping, te bereiken met een ladder die verticaal tegen de muur geplakt zit (is moeilijk als je een glaasje teveel op hebt), en met een grote eigen badkamer-, vallen in slaap op de bedden en worden rond vier uur wakker. De plannen zijn groots, Noémie is jarig en dus moeten we lekker uit eten met goede wijn, daarna dronken worden in het hostel en dan morgen maar weer iets bedenken. De werkelijkheid is anders. We komen eerst terecht in –op het oog- een goed café bij het grote plein, met een balkon dat uitkijkt over het park. We gaan zitten, bestellen wat drinken, zien dat het eigenlijk een verschrikkelijk café is, hebben honger, en na een half glaasje drinken lopen we het café weer uit. We lopen wat rond en komen in een leuk Nederlands café en besluiten Noémie te trakteren op wat typische nederlandse snacks, bitterballen en kaasstengels. We zijn allemaal zo hongerig dat we aanvallen op de snacks zodra ze er zijn, maar na een halve bitterbal zegt Noémie dat ze niet zo van vet eten houdt. We bestellen voor haar een fles rode wijn en een schaal met nachos en kaas en zelf eten we de Hollandse hap op. Terwijl we in het restaurant zitten, komt de plaatselijke muziekschool naast de deur staan met allerlei beginnerlingen die geïnteresseerd zijn in het instrument ‘’panfluit’’. Om een onbegrijpelijke reden hebben ze de patio van het restaurant gekozen om de wekelijkse training te doen. Ik, en ik weet zeker dat Joos dat ook doet, moedig graag mensen aan om muziek te maken, maar dit was niet te doen. Het panfluitgejank is zo erg, dat zelfs de bediening een tijdje tegen de groep tekeer gaat. Maar het stopt niet.
Na het eten hebben we allemaal buikpijn . Blijkbaar hebben we zo weinig gegeten de afgelopen dagen (de busreis enzo) dat deze maaltijd al te veel is. We komen terug in het hostel, zonder goed gegeten te hebben, zonder dat we dronken zijn. We gaan naar bed.
De volgende dag voelen we ons beter, en besluiten we na het ontbijt een heuvel op te klimmen naar een mirrador. Het gaat makkelijk, door de hoogte, en als we boven zijn valt ons oog niet alleen op het prachtige uitzicht van de stad, maar ook op een goed terrasje. Onder het uitzichtpunt ligt een terras, ook uitkijkend op de stad, met tafels onder parasols gemaakt van palmbladeren. We gaan zitten, eten een heerlijke pasta en drinken een nog veel lekkerdere smoothie. Joos neemt haar favoriete vrucht (mango) en ik en Noémie nemen beiden een appel, ananas en munt smoothie. Na de lunch lopen we terug en nemen we een kijkje in de beroemde markt van Sucre. De markt bestaat uit ontelbaar regio's. Wij hebben maar even rustig rondgelopen door de vleesafdeling (waar dode koeienhoofden rondslingeren op de grond), de koekjesafdeling en de -beroemdste plek- smoothieafdeling. Op deze plek staan een heleboel vrouwtjes op een rij in hun kraampjes om je smoothies te verkopen van vers fruit. Prijs: 5 boliviano's (65 cent).
We gaan terug naar het hostel en spelen een spel met drie canadezen die we net hebben ontmoet. Uiteindelijk gaat het over in drankspelletjes en moeten Joos en ik de ladder van onze dorm op terwijl we dronken zijn.
Nadat we de roes hebben uitgeslapen en een heerlijk ontbijt hebben gehad deze dag zijn we van plan naar de zeven watervallen te gaan. Het komt er niet van, omdat we van iemand hebben gehoord dat er niets te krijgen is in Uyuni, onze volgende stop. Zo letterlijk, dat er volgens diegene geen pinautomaten en winkels zijn. De winkels die er zijn, zijn meestal 2x zo duur als hier in Sucre. We gaan dus een dagje op stap om te shoppen. Na de markt gaan we nog even naar een aanbeveling van de recepcionist van ons hostel. Het gebouw van het regionale parlement heeft gratis toegang en een geweldig uitzicht over de stad. We komen terug in het hostel met 6 flessen water, heel veel fruit (de fruitvrouw op de markt was een zéér goede verkoopster) en een paar pakken biscuitjes. We eten wat fruit, doen een kaartspelletje, Joos en Noémie gaan salsadansen en we gaan vroeg naar bed nadat we onze tassen hebben ingepakt.
We staan de volgende morgen vroeg op, eten nogmaals het geweldige ontbijt, stappen in de bus en we gaan opweg naar Uyuni.
Van te voren werden we erg gewaarschuwd over de slechte weg waar je overheen rijdt. Het is een van de gevaarlijkste wegen van Bolivia. We zitten 10 uur in de bus, maar hebben geen stukje offroad of gevaarlijk gezien. Het is een grote asfalt-veilige weg. Blijkbaar zijn er dus twee wegen, en hebben wij de beste en meest smoothe weg gehad.
Als we aankomen in Uyuni is het 18 uur. We checken in in ons hostel, zien dat de andere barstaff al aangekomen zijn. Josefien en Noémie gaan douchen, terwijl ik door de straat loop. Er zijn veel restaurantjes en ik kijk af en toe even naar binnen om te kijken hoe het er uit ziet. Als ik net op het punt sta om terug te gaan naar het hostel kijk ik het laatste restaurantje van de straat in. In het restaurantje zitten Zack, Erin en Maggie. Zack en Erin zijn de andere twee barstaff waarmee we in een jeep zitten, Maggie is een vrouw van 67 die zij hebben ontmoet in Ecuador en die wij nu ook kennen van ons hostel in La Paz. Ook zij gaat mee in de wagen. Ik ga zitten, praat even met ze en zeg dat ik Josefien en Noémie ook wil ophalen om met ons hier te zitten en eten. Zack zegt dat hij wel gaat, staat op en loopt naar het hostel. 10 minuten later zijn de twee meiden en Zack ook weer in het restaurant en bestellen we wat met z'n allen. Ondertussen is het donker geworden en begint het te stormen en te onweren. Zack vindt het geweldig, terwijl ik na het eten door de storm naar een pinautomaat op zoek moet (die zijn er dus wel in Uyuni...) Als ik terugkom wil iedereen een kaartspelletje doen, dus gaan we naar de ''woonkamer'' van het hostel en spelen tot laat het spel 'Presidents and assholes'.
Als iedereen de volgende morgen wakker wordt, lopen we na het ontbijt samen naar de plek waar de jeep voor ons klaarstaat. Als we er aankomen zit er al een jongen in de wachtkamer. We lopen naar binnen en herkennen hem. Ook hij zat in het hostel in La Paz. Aan de ene kant is het leuk om hem weer te zien, maar aan de andere kant ook weer niet. Het betekent dat we met zeven mensen (exclusief de chaffeur) in een Jeep zitten, en dat wordt krap. Bovendien is het een beetje een betweter die microbiologie heeft gestudeerd, dus elke keer als iemand zegt: ''Wow this is a desert'' Begint hij: ''Actually....... It isn't, there is no life here, so you can't actually call it a desert.' In ons hoofd speelt rond: Come on, we wilden alleen zeggen dat het mooi was..
In de Jeep beginnen we onze reis in een, zoals je al kon lezen, woestijn. We lopen door een interessant kerkhof van treinen. Heel gek om te zien. Toen het hier hoogtijdagen waren, en in Potosi (een stad dichtbij) veel zilver uit de mijnen werd gehaald, werd met deze treinen alles naar Chili vervoert, waar het op een boot ging naar andere plekken. Echter, ergens in de twintigste eeuw, was het zilver op en zijn alle treinen achtergelaten in het midden van de woestijn. Er loopt nog wel een treinspoor hier, maar die is voor toeristen. Twee keer per week rijdt er een trein tussen Potosi en Uyuni, en de andere kant op tussen Uyuni en Calama (Chili). We maken veel foto's, en vervolgen onze reis naar het echte zoutmeer. We beginnen onze tour bij het laatste plekje waar echt nog gewerkt wordt op de zoutvlakte. Ongeveer tien mensen maken hier zouthoopjes, die elke maand worden opgehaald door een vrachtwagen en worden verscheept. Nu zijn het 10 mensen op ongeveer één duizendste van de vlakte, vroeger werd er op ongeveer de helft van de vlakte gewerkt. Toen de toeristen kwamen zagen veel werkers daar een weg in om meer geld te gaan verdienen, en verlieten de zouthopen. Andere werkers verplaatsten hun werk naar andere kleinere en rustigere zoutvlaktes, weg van de toeristen. De toeristen maakten meestal de hopen kapot. Nu gebeurt dat veel minder volgens onze gids Tebo. Iedere gids weet dat het niet aardig is voor de werkers als toeristen op hopen gaan staan. Ondanks dat zijn er nog veel nieuwe chaffeurs die dat nog niet weten, dus zijn er nog altijd groepjes toeristen die de hopen kapot maken. Omdat het afgelopen nacht heeft geregend, ligt er hier zo'n 5 cm water op de vlakte. Het is lekker om met je voeten door het water te lopen, ookal is het zout op sommige plekken wel pijnlijk.
We vervolgen onze weg naar een speciaal hotel, midden op de zoutvlaktes. Het is de enige volgens onze gids. Er zijn volgens hem honderden rond de zoutvlaktes, maar dit is de enige die echt in de zoutvlakte zit. We eten onze lunch hier op, in het hotel wat geheel is gemaakt van zout. Er staan stoelen van zout, tafels van zout, de vloer is van zout, beelden van zout.. enzovoorts enzovoorts.. Na onze lunch lopen we vanaf het hotel naar een plek toe op de zoutvlaktes waar het bijna onmogelijk is om het verschil tussen de grond en de lucht te zien. Daardoor is het heel makkelijk om foto's zonder diepte te maken. We vonden twee speelgoeddinosauriers in onze kamer in het hostel, en hebben een lege pringlesbus. We maken een foto waarbij we met ons zevenen twee dino's aan het verslaan zijn, en we maken een filmpje waarin we dansend uit een pringlesbus komen. Zodra we deze video's krijgen van Zack (ze staan op zijn GoPro) posten we ze wel ergens. We stappen weer in de auto en rijden naar een plek waar verder niemand is. Het is een plek dicht bij het vaste land, en er ligt hier water op het zout. Dat betekent dat je hele mooie weerspiegeling krijgt. Ook hier is het weer foto's maken, voordat we onze weg vervolgen op het vaste land. We zullen vanaf hier geen zout meer zien, want morgen en overmorgen rijden we door hele mooie woestijnlandschappen. Voordat we vandaag nog aankomen bij een hostel rijden we door een stuk land met hele grote kaktussen. de kaktussen zijn ongeveer 3 a 4 meter hoog en zo breed dat je je armen er niet omheen wil en kan doen. We komen rond 17 uur aan bij ons hostel, krijgen thee en koekjes en lopen wat rond door het dorpje. Het is volkomen uitgestorven, op een paar hostels en winkeltjes na. Ook nu spelen we weer kaarten totdat we het avondeten krijgen, eten het nog best lekkere eten en gaan daarna slapen.
De volgende morgen moeten we om half acht ons bed uit. Bij deze dag schieten woorden tekort, en dus verwijs ik jullie graag door naar onze foto's: https://www.facebook.com/josefien.vanreeuwijk/media_set?set=a.812663335471984.1073741831.100001849745618&type=1&pnref=story
Om even een korte samenvatting te geven: We hebben de hele dag door een woestijn gereden, en de landschappen veranderde ongeveer elke tien minuten. We hebben (waarschijnlijk jij ook) nog nooit zo iets prachtigs gezien.
We komen 's avonds laat aan in ons hostel en krijgen gelijk eten voorgeschoteld. We vallen in onze dorm in slaap om negen uur, want we moeten morgenochtend om 5 uur al in de Jeep zitten.
Als we in de donkere morgen beginnen met rijden rijden we weer langs iets wat ik nog nooit heb gezien. We stappen uit bij een plek met een geiser. De geiser spuit warm gas omhoog uit de grond, 24/7. Het stinkt wel een beetje naar eieren. Wat nog veel meer naar eieren stinkt is de krater van een vulkaan waar we tien minuten later aankomen. Als je in de krater kijkt zie je lava borrelen, en af en toe weet je niet meer of je weg kan lopen, of in een krater loopt als het stoom om je heen komt en je niets, maar dan ook echt niets meer ziet. Onze laatste stop voordat we worden afgezet op de grens met Chili zijn de hotsprings. Eigenlijk voelt niemand behalve Josefien en Iain zich goed genoeg om in de hotsprings te gaan (misschien wat met het eten van gisteren) en dus zitten zij er met z'n tweeen in. Een paar verbluffende landschappen later worden Josefien, Maggie en ik afgezet in de middle of nowhere, wachten we even op een bus, zwaaien we onze vrienden uit die weer 8 uur terug moeten rijden naar Uyuni en begint ons avontuur in Chili.....
Wordt zeer snel vervolgd..
-
23 Maart 2015 - 17:56
Martin:
wat een prachtig verhaal over een prachtig gebied zo te lezen ...
Heel bijzonder die woestijnen en zoutvlaktes. Genieten dus. -
23 Maart 2015 - 18:07
Marco:
Wat een heerlijk verhaal weer. Dank voor het delen van jullie avonturen, die naast de foto's die ik al op Facebook heb gezien, nu prachtig in tekst worden aangevuld.
Geniet verder van het prachtige Zuid-Amerika! -
23 Maart 2015 - 20:54
Sandra:
Super jongens! Wat een prachtig uitgebreid verhaal weer. Fantastisch om het zo een beetje mee te beleven! -
24 Maart 2015 - 09:34
Oma Toos:
Wat een geweldig gooed verslag. Ik geniet er van !
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley